De KNHS en de coronacrisis

‘Laten we niet vergeten te kijken naar wat nog wel kan’

Net als veel sectoren in ons land wordt de KNHS hard geraakt door de coronacrisis. Vooral de wedstrijdsport is de dupe van de maatregelen. Met algemeen directeur Theo Fledderus en financieel directeur Theo van der Meulen bespreken we de gevolgen. Beiden erkennen de ernst van de situatie, maar zien tegelijkertijd dat de paardensport in een gunstige uitzonderingspositie verkeert.

Op het moment van schrijven is het land net in een stevige lockdown gegaan die minimaal tot en met 19 januari duurt. Theo Fledderus zag de bui al hangen, vertelt hij. ‘De coronacijfers waren verontrustend en de feestdagen komen er nog aan, dus waarschijnlijk wordt het nog slechter. In dat perspectief zijn de maatregelen te begrijpen en is het natuurlijk heel moeilijk om te kijken of we nog ruimte voor de sport kunnen vinden. Van de andere kant mogen we niet vergeten dat we al die tijd van corona hebben kunnen paardrijden, onze paarden zijn blijven verzorgen, buitenritten konden maken en konden blijven trainen. Dat zal niet veranderen. Het probleem zit hem in met elkaar samen iets doen. Dat is wel lastig. De overheid wil voorlopig geen wedstrijden. Het betaald voetbal is de enige uitzondering geweest, maar gelukkig wordt gekeken naar het opstarten van internationale wedstrijden.’

Fledderus (foto links): ‘Gelukkig erkent de overheid steeds meer het belang van sport en beweging’

Sport en economie

‘In dat spel van ‘wat kan niet en wat kan wel’ proberen we met protocollen goed coronaproof te blijven werken met onze paarden, in afstemming met de veiligheidsregio’s en lokale overheden,’ vervolgt Fledderus. ‘Wij willen heel graag dat de paardensport doorgaat, maar hoe ver kun je daarin gaan? Je kunt niet beginnen met evenementen en wedstrijden. Wat dan wel? Daar zitten we voortdurend over na te denken en aan te trekken. Allereerst door een lobby te voeren, waarin we samen optrekken met de FNRS. Daar zijn meerdere wegen voor. Enerzijds doen we dat via NOC*NSF, samen met de andere sporten richting het ministerie van VWS. Gelukkig erkent de overheid steeds meer het belang van sport en beweging. Ze heeft inmiddels door dat we niet alleen een probleem zijn vanwege reisbewegingen, maar juist een deel van de oplossing omdat mensen gezonder en actiever worden als ze sporten. Guusje ter Horst speelt als nieuwe voorzitter van de Sectorraad Paarden ook een rol. Zij benadrukt dat met een andere blik naar de paardensport mag worden gekeken. Waarschijnlijk zijn we de coronaveiligste sport die er is. Daarnaast hebben we een lijn naar het ministerie van LNV. Zij beschouwen ons als een economische sector, en deze sector moet door kunnen gaan. Als er geen sport is, is er immers geen handel. Theo van der Meulen valt Fledderus bij: ‘Het is goed om de vergelijking met de ‘gewone’ sport te maken. Er zijn niet zo veel sporten zoals de onze, waarin je brood ergens mee verdienen en het sporten zelf dermate veel door elkaar heen lopen, met de springsport als duidelijkste voorbeeld. Daarom hebben we ook die twee assen. We praten met NOC*NSF vanwege de sport en met LNV vanwege het economische aspect.’

Van der Meulen: ‘We praten met NOC*NSF vanwege de sport en met LNV vanwege het economische aspect’

Eigen gedrag

Hoewel we momenteel nog niet aan reguliere wedstrijden hoeven te denken, die mede gaan afhangen van de vaccinatiegraad in de komende maanden, benadrukken beide Theo’s graag de mogelijkheden die er nog wel zijn. We kunnen immers blijven trainen, en als er enigszins ruimte komt, worden in het nieuwe jaar de meetmomenten weer opgestart. Van der Meulen: ‘We zitten niet in hetzelfde schuitje als de meeste andere sporten. Al onze ruiters kunnen wekelijks oefenen en voor een deel zijn we ook digitaal gegaan. Onze sport heeft een individueel karakter – je meet vaak je eigen prestatie – en daarom hebben we die ruimte weten te vinden. Niet veel sporten hebben deze vertaalslag kunnen maken. Kijk eens naar een hockey- of voetbalclub en dan naar de paardensport. In de sport hebben we een positieve plek, maar in de maatschappij behoren we wel tot de sectoren die ernstig worden geraakt.’ Fledderus: ‘We snappen wel dat de beleving van wedstrijdrijden en evenementen wordt gemist. Dat blijven we erg vinden, maar laten we tegelijkertijd niet vergeten te kijken naar wat nog wel kan in plaats van wat allemaal niet kan. Het glas is dan halfvol. Waar mogelijk brengen we zaken op gang, zorgvuldig bepaald en met de geldende regels in acht genomen. Het is wel aan onze leden zelf om alles correct ten uitvoer te brengen. Hun gedrag bepaalt uiteindelijk of we dingen kunnen blijven doen.’

Van der Meulen: ‘Tot op heden blijven de meeste mensen lid, van manegeruiters, individuele ruiters tot verenigingsruiters’

Op adem komen

De coronacrisis, en vooral geen wedstrijden kunnen verrijden, heeft voor de KNHS vanzelfsprekend gevolgen, ook van financiële aard. Financieel directeur Van der Meulen licht toe: ‘We zijn een vereniging en draaien onder meer op contributies. We verkopen weinig producten en hebben niet, zoals in de horeca, direct nul euro omzet. Als je echter kijkt naar wat we hadden gehoopt met onze begroting in 2020 en waar we gaan eindigen, zit daar wel ongeveer 15% tussen, ondanks de hulp van de overheid. Dat doet zeer aan de batenkant. De verwachting is dat we het in 2021 net iets beter doen dan in 2020. We blijven ten opzichte van de eerder genoemde begroting nog altijd 10% kleiner, al blijft het deels kijken door een glazen bol. We drijven op verschillende inkomstenbronnen. Gaan evenementen wel of niet door? Als bijvoorbeeld de Olympische Spelen doorgaan, krijgen we daar middelen voor van NOC*NSF. Een ander aspect is of mensen lid blijven. Tot op heden blijven de meeste mensen lid, van manegeruiters, individuele ruiters tot verenigingsruiters. Onder onze leden zijn de mensen die met elkaar de breedtesport betalen, oftewel de startpashouders, erg belangrijk. Daar zien we nu wel een ontwikkeling die ons tijdens deze tweede golf steeds harder begint te raken. Het is iedere week weer een nieuwe klap. Hoe langer het duurt voordat de wedstrijden beginnen, hoe langer het duurt voordat we kunnen zien of deze mensen weer een startpas nemen. Dat perspectief is niet zo goed. Zelfs als we weer normaal aan de gang zijn met wedstrijden, heeft de KNHS nog wel een jaar of anderhalf jaar nodig om weer op adem te komen.’

Fledderus: ‘Regio’s, verenigingen en maneges zijn hard met de organisatie van onze sport bezig. Laten we kijken waarin we als KNHS kunnen ondersteunen’

Flexibeler

Als aan de inkomstenkant minder binnenkomt, moet aan de kostenkant worden gesneden, maakt Van der Meulen duidelijk. ‘We draaien altijd op een nulresultaat en moeten dus die 10 tot 15% opvangen. Voor een deel besparen we kosten doordat we niks organiseren. Die uitgaven hoeven we niet te maken. Deze crisis gaat langer duren en daarom hebben we ook besloten dat we structureel wat kleiner en flexibeler willen worden. Eind 2019 hadden we ongeveer 87fte. Voor 2021 koersen we af op ongeveer 72fte. Dat betekent niet dat die groep harder moet werken of harder kon werken, maar dat we voor een deel van de activiteiten mensen inhuren als dat nodig is, zoals voor catering en schoonmaak. Op veel plekken kijken we nog nauwkeuriger of we het in eigen beheer moeten doen of iemand moeten inhuren. Ik denk dat dat ook de belangrijkste verandering bij het Nationaal Hippisch Centrum is. Het NHC is het clubhuis van de KNHS. De koffie was altijd warm, het licht brandde, de muziek stond aan, de schoonmaakster was er altijd, er was een beheerder om een hindernis in de baan te zetten. We gaan naar een situatie toe waarin we meer evenementgedreven zijn. Als we een aanvraag krijgen, gaan we die keurig regelen, maar daarvoor moeten we eerst anderen benaderen. Dat zal even wennen worden, voor onszelf en ook voor de organisatoren die al tien jaar komen.’

Van der Meulen: ‘We hebben besloten dat we ook structureel wat kleiner en flexibeler willen worden’

Hoopvol gestemd

‘Een dergelijke werkwijze voeren we ook bij andere delen van de organisatie in,’ vervolgt Van der Meulen. ‘De wereld wordt complexer. Dat vraagt om tijdelijke inzet van specialisten op complexe onderdelen. De situatie rond corona versnelt dit proces. We worden meer regisseur dan dat we altijd zelf de uitvoering doen. We komen vanuit een organisatie die veel meer in de uitvoerdersrol zat.’ Fledderus: ‘Wat Theo aanhaalt, is één traject. Het andere is dat we niet werken voor de achterban, maar samen met onze achterban. Alle regio’s, verenigingen en maneges zijn zelf hard met de organisatie van onze sport bezig. Laten we kijken wat wij als KNHS extra kunnen bieden, waarmee we hen kunnen ondersteunen. We hoeven immers niet hetzelfde te doen als wat zij ook kunnen realiseren. Ondanks de gevolgen van de huidige crisis is de algemeen directeur hoopvol gestemd. Fledderus: ‘De paardensport is zo uniek en blijft fantastisch om te doen. Buitensporten doen het momenteel erg goed en het zou mooi zijn als meer mensen, die niet uit de paardensport komen, ook het bijzondere van onze sport zien. Ik verwacht daarom niet dat we heel erg onderuit gaan, maar het opkrabbelen duurt wel lang.’

Fledderus: ‘Ik verwacht niet dat we heel erg onderuit gaan, maar het opkrabbelen duurt wel lang’