Van Limburg naar de Veluwe

Van links naar rechts Marije Prudon, te paard Jolien van Ballegooijen, Betty Delgijer, stalruiter Hippisch Centrum Groesbeek, Marleen Ras, Iris Hulzebos, Han van den Heuvel

Een landelijk netwerk van ruiter- en menroutes, zodat je kunt rijden van Limburg tot aan de Waddenzee. Over officiële, goed onderhouden routes, waar je ook op de openbare weg een echte plek hebt met je paard. Dat is de droom van recreatieve paardensporters. De KNHS maakt zich hard voor deze ruiters en menners, onder andere met het project Beleef Gelderland te paard.

Marleen Ras, programmamanager Recreatie bij de KNHS: ‘De Veluwe is een zeer geliefd uitrij-gebied voor paardenliefhebbers, maar de druk op de Veluwe is hoog en Nederland heeft zo veel meer te bieden. De Provincie Gelderland gaf aan dat er ruimte is voor de ontwikkeling van ruiter- en menpaden in Gelderland, buiten de bekende gebieden zoals de Veluwe en Montferland. In Limburg is al jaren structureel aandacht voor de ontwikkeling van ruiter- en menroutenetwerken. Hoe mooi zou het zijn om deze netwerken aan te sluiten op Gelderland.’

De KNHS diende een subsidieaanvraag in met de titel Beleef Gelderland te paard, het oostelijk rivierengebied. Marleen: ‘Het idee is om in het gebied van de Hartertse en Overasseltse Vennen en het Rijk van Nijmegen een routenetwerk te ontwerpen op basis van het knooppuntensysteem dat ook in de fiets- en wandelwereld wordt gebruikt. Dit is geen kwestie van een plannetje schrijven en geld innen. De Provincie stelt als voorwaarde dat 50% van zo’n project door cofinanciering wordt gerealiseerd. Bij het schrijven van een plan moet je dus in je achterhoofd houden dat je de helft zelf moet betalen. De KNHS heeft recreatie hoog op de agenda staan en vindt dit een belangrijke investering voor de recreatiesport.’

‘De druk op de Veluwe is hoog en Nederland heeft zo veel meer te bieden’

Wetgeving

‘Dit is een belangrijke investering voor de recreatie­sport’

En zo komt het dat we op de eerst warme middag te gast zijn op Hippisch Centrum Groesbeek om de voortgang van dit project te bespreken. Heerlijk in het zonnetje aan twee grote picknicktafels zitten eigenaar van het centrum Jolien van Ballegooijen, Marleen Ras, Betty Delgijer en Marije Prudon, die met zijn tweeën de rol van KNHS-regioconsulent voor dit gebied vervullen, KNHS-stagiair Iris Hulzebos en Han van den Heuvel, directeur-bestuurder van de Coöperatie Centroide, het routebureau dat de uitvoering verzorgt.

Jolien vertelt waarom ze als FNRS-ondernemer behoefte heeft aan zo’n netwerk: ‘We zitten hier tegen de Duitse grens aan. Ten westen van ons ligt het prachtige Rijk van Nijmegen waar we graag willen rijden, maar de routes zijn onduidelijk, niet onderhouden en soms moeilijk begaanbaar. De paden sluiten niet op elkaar aan en we zijn geregeld in discussie met de boswachter over waar we wel en niet mogen rijden. Daarom rijden we steeds meer in Duitsland, hier enkele honderden meters vandaan. In april 2021 is de wetgeving veranderd en als je die heel precies volgt, mag het niet. Dat houdt in dat we nog maar één fijn rondje overhebben om met de manegeklanten te rijden. Dat vinden we wat karig. Aandacht voor paardenwelzijn is een belangrijke pijler van ons bedrijf. We leiden mensen op tot goede ruiters en daarvoor is variatie nodig. Niet alleen de mensen, ook de paarden genieten van buitenritten. Afwisseling in het werk is heel belangrijk. Ik geniet intens van het geluid van een briesend paard dat na een flink stuk galop in een ontspannen stap het bospad vervolgt. De behoefte aan een routenetwerk is dus erg groot.’

Digitaal maakt flexibel

De bedoeling is om in de zomer van 2021 een digitaal routenetwerk op te leveren dat veilig en aantrekkelijk is voor ruiters en menners. Betty Delgijer: ‘Hier kunnen wij als regioconsulent een bijdrage leveren. In dit gebied zijn veel menners actief die geregeld gevaarlijke situaties ervaren, zoals een onveilige oversteek of een pad dat plots doodloopt en waar de wagen niet eenvoudig kan keren. Wij kennen het gebied zeer goed en overleggen regelmatig met zowel ruiters als menners. Deze informatie kunnen we nu afstemmen met de routecoöperatie.’

‘Precies, we stemmen iedere fase af met lokale mensen,’ vult Han van den Heuvel aan. ‘De inventarisatie is klaar. Betty en Marije hebben zo goed als alle bestaande paden nagereden en deze samen met Carolien Staal van Bureau Staalicus voor de KNHS gedigitaliseerd. De volgende stap is dat het routebureau met de inbreng van de lokale gebruikers een voorkeursnetwerk ontwerpt.

Vervolgens leggen we het ontwerp voor aan de terreineigenaren. Waar mogelijk gaat het netwerk over bestaande paden. Waar dit niet mogelijk is, of waar paden ontbreken, bijvoorbeeld omdat het openbare zandwegen betreft, bepalen we met grondeigenaren en gebruikers samen een nieuw stuk route. Het hele proces dat we moeten doorlopen voor de daadwerkelijke oplevering van een routenetwerk omvat 12 stappen. Als routecoöperatie regisseren wij dit proces.’

Jolien, Betty en Marije reageren enthousiast: ‘Er zijn inderdaad stukken die anders moeten. Op paden waar je vroeger kon galopperen, is nu grind of schrot gestort. Dat is vast fijn voor andere gebruikers, maar voor paardensporters is het jammer. Wij zouden graag een paar goede galoppaden opnemen in de route. Daarnaast is aandacht nodig voor veilige plekken waar we het water kunnen oversteken.’

Het Routebureau: ‘Mountainbikers en paardensporters gaan nu eenmaal niet zo goed samen’

Andere gebruikers

De laatste maanden is veel te doen geweest over een zeventig kilometer lange mountainbikeroute die nieuw is aangelegd in het gebied. De paardensporters hebben daar last van. Betty: ‘Wij hopen dat we opnieuw kunnen kijken naar deze routes in relatie tot de ruiter­routes. Als beide partijen een beetje geven en nemen, kunnen we een routestructuur ontwerpen waar iedereen blij mee is. Daar is wel de deskundigheid van een routebureau voor nodig.’ Han glimlacht: ‘Niet gemakkelijk op te lossen, maar wel belangrijk, want deze twee gebruikers­groepen gaan nu eenmaal niet zo goed samen.’

Voor hem is dit dagelijkse kost, de routecoöperatie heeft namelijk zicht op alle recreatieve routestructuren in een gebied. ‘We moeten in het achterhoofd houden dat we hier bezig zijn met de ontwikkeling van een digitaal netwerk. In het veld is geen bewegwijzering,’ licht Han toe. ‘Ook digitale routes stemmen we helemaal af met de grondeigenaren. Paaltjes in het veld moet iemand plaatsen en onderhouden, met alle kosten die daarbij komen kijken. Daardoor is het proces sneller en minder kostbaar. Daarnaast is een digitaal routenetwerk flexibeler. Een mooi stuk dat door de uiterwaarden loopt bijvoorbeeld, kan bij hoog water eenvoudig worden omgelegd.’

Het digitale netwerk wordt gepubliceerd op Buitenrijden.nl. Daar kunnen paardensporters straks zelf hun route samenstellen en vervolgens printen of uploaden in een navigatieapp of -device. Ook komen er voorgestelde themaroutes, compleet met PaardenWelkom-bedrijven, waar je een trailer kunt parkeren of waar je kunt eten of zelfs overnachten.

Adopteer je route

Routes worden door lokale verenigingen aangelegd en onderhouden. Betty: ‘Misschien dat ze daarom zo veel voor elkaar krijgen in natuurgebieden. Dat moeten wij paardensporters toch ook kunnen? Het concept Adopteer je route is echt hartstikke leuk. Je kunt je aanmelden als groep, bijvoorbeeld met je vaste buitenrijgroepje, of als landelijke rij- en menvereniging. Als KNHS-lid is jouw groep meteen verzekerd, zowel voor aansprakelijkheid, in een vrijwilligersverzekering. Dat is misschien niet het interessantste aspect van vrijwilligerswerk, maar wel belangrijk. Mocht een ongeval plaatsvinden op een door jouw groep onderhouden ruiterpad, dan is de aansprakelijkheid goed afgedekt. Nog veel belangrijker is dat deze dagen echt gezellig zijn. Twee dagen per jaar werken we aan het onderhoud van onze eigen paden. Staatsbosbeheer zorgt voor gereedschap en een hapje en drankje. Iedereen die op zo’n dag is geweest, gaat naar huis met de woorden: “Jee, dat was gezellig”. Daarom roepen we verenigingen en stichtingen op om zich aan te melden voor Adopteer je route.

De Regioconsulent: ‘Een dag samen een dag in het bos werken betekent gezelligheid, goede verzorging door Staatsbosbeheer en goed onderhouden paden’

Oostelijk rivierengebied

‘Tussen Nijmegen en de Duitse grens, in het heuvelachtige Rijk van Nijmegen, ligt een veelheid aan soms on-Nederlandse landschappen. Een prachtige streek voor lange tochten door oude natuur én cultuur,’ schrijft ons Staatsbosbeheer. ‘De oude beukenlanen en rododendrons in het Groesbeekse Bos herinneren aan de landgoederen van weleer. Door de hoogteverschillen is het soms even pittig klimmen. De Hatertse en Overasseltse Vennen vormen een verstild gebied met rivierduinen, heide, akkers en bosjes. De rondtrekkende schaapskudde houdt de heide kort. Heel anders is het in De Bruuk, waar natte graslanden, moerasruigten en orchideeën de boventoon voeren. Klein, maar niet te missen zo mooi, is de Duivelsberg op de steile noordoosthelling van de Nijmeegse stuwwal.’ Als dat niet uitnodigt voor een ontdekking te paard!