Manager Wedstrijdsport Gerard Arkema

‘Mooi om te zien hoe onze sport leeft’

Gerard Arkema is sinds 1 januari 2021 manager Wedstrijdsport bij de KNHS. We blikken met hem terug op de eerste maanden in zijn nieuwe functie, die door corona bepaald geen reguliere invulling kende. Daarnaast blikken we vooruit naar het omvangrijke programma Vernieuwing Wedstrijdsport, dat op de eerste plaats op het bordje van Gerard en zijn afdeling ligt.

Het is half april als we met Gerard via een scherm reflecteren op zijn eerste drie maanden bij de KNHS. Corona is ook in dit gesprek een van de hoofdonderwerpen. Veelal in negatieve context, maar de Groninger houdt er wel een ‘het-glas-is-halfvol-benadering’ op na. Hij ziet positieve aanknopingspunten, voor zijn eigen situatie en voor de paardensport. Gerard: ‘Corona heeft ons dingen geleerd en kansen geboden. Ik had niet snel gesolliciteerd als ik niet in de coronatijd thuis was komen te werken. Ik werkte 34 jaar bij de RDW en was in 12 minuten op kantoor. Ik werkte altijd op kantoor, nooit thuis. Dat was een zeldzaamheid. Toen ik echter thuis kwam te werken, dacht ik, eigenlijk maakt het niet veel uit of ik op deze wijze in Groningen of in Ermelo werk. De enige dingen die vervolgens op 1 januari veranderden, waren mijn laptop, telefoon en de hoofden op het scherm. Mijn kantoor bleef hetzelfde en inhoudelijk zat ik behoorlijk snel in mijn functie vanwege mijn jarenlange betrokkenheid bij de KNHS. En als ik naar de paardensport zelf kijk, moet ik wat betreft nieuwe mogelijkheden aan online rijden denken. Normaal gezien hadden we er lang over gedaan voordat we online dressuur hadden gelanceerd. In het democratische bestel dat de KNHS nu eenmaal is, was dit een langdurig proces geweest. Nu maakten we in ons hoofd een shift naar wat nog wel kon in coronatijd. Je ziet dergelijke ontwikkelingen thuis, in je werkomgeving, en dus ook in de paardensport. Corona heeft ons leven blijvend veranderd.’

‘Inmiddels ben ik er wel aan toe mijn collega’s face to face te spreken’

Kortetermijnwerk

Arkema, geboren in 1960, mogen we gerust bestempelen als een hippische duizendpoot (zie kader). Hij was vanuit die hoedanigheid al geen onbekende binnen de KNHS. Gerard: ‘Aangezien ik op mijn elfde lid ben geworden, ben ik dat inmiddels vijftig jaar. Ik weet dat we een complexe sport en organisatie zijn. We zijn voor de paardensport met al zijn disciplines te vergelijken met een hypothetische, overkoepelende bond voor alle balsporten. Daarnaast is er die bijzondere dimensie, omdat we met een dier werken. Dat maakt onze sport uniek en brengt extra verantwoordelijkheden met zich mee.’ Ondanks alle bekendheid met de KNHS heeft het Arkema nog altijd ontbroken aan een echte goede kennismaking met veel collega’s van de werkorganisatie. Hij zegt erover: ‘Ik heb nog altijd mijn meeste medewerkers niet in levende lijve gezien. Ik ken de mensen van het scherm, maar ben er inmiddels wel aan toe ze face to face te spreken.’

Gerard erkent dat het bovenal een moeilijke tijd is. De wedstrijdsport ligt al veel te lang stil en corona vraagt voortdurend de aandacht. ‘Ik ben waarschijnlijk zomaar de helft van mijn tijd kwijt aan coronagerelateerde zaken,’ bevestigt Arkema. ‘We hebben de afgelopen maanden de onderlinge manege- en verenigingsactiviteiten ingevoerd. Dit had gevolgen voor de wedstrijdkalenders van organisaties en uit deze activiteiten komen vervolgens weer veel vragen voort van de achterban. We hebben daarnaast het online rijden voor mennen en de hoogste dressuurklassen in de breedtesport ingevoerd en terwijl we dit gesprek hebben, gaat een dispensatieregeling in. Ruiters die willen, kunnen vanwege corona versnelde promotie krijgen of juist demotie, het tegenovergestelde. Al deze zaken moeten we er momenteel snel door zien te krijgen, maar tegelijkertijd wel op de democratische wijze zoals we die als vereniging gewend zijn. Typisch voor deze coronatijd is het vele kortetermijnwerk en het voortdurend bijsturen van allerlei zaken. En vergeet ook niet de uitbraak van het rhinovirus. Toen we net los waren met de manege- en verenigingsactiviteit, kwam rhino om de hoek kijken. Dat is allemaal vervelend, al vind ik het wel mooi om te zien hoe onze sport leeft en wat mensen samen met ons doen om zo veel mogelijk binnen de huidige omstandigheden weer op gang te brengen.’

‘De KNHS is te vergelijken met een overkoepelende bond voor alle balsporten’

Begrip

Inmiddels heeft Gerard kunnen snuffelen aan de KNHS-werkorganisatie. Wat is hem daarbij opgevallen? ‘Allereerst de betrokkenheid en passie voor de paardensport bij de medewerkers,’ aldus Arkema. ‘Velen van hen hebben zelf een link met de paardensport of met paarden in het algemeen. Dat vind ik best bijzonder. Het is daarnaast, en dat is niet negatief bedoeld, een echte vrouwenaangelegenheid bij de KNHS. Ik kom uit de ICT en daar is 80% man, terwijl het hier 80% vrouw is. Er is daardoor een andere cultuur, al ben ik vanuit de dressuursport natuurlijk al goed bekend met deze verhouding.’ Wat hem verder opvalt, is de behoedzaamheid waarmee in de organisatie kan worden geopereerd, een situatie die door corona zeker niet is verminderd. Arkema: ‘We hebben best wat critici van buitenaf. Ik kan me voorstellen dat mensen daar beducht op worden. Dan worden zaken wel eens drie keer gewikt en gewogen, voordat iets naar buiten wordt gebracht. Dat valt me op. Ik snap het goed als ik die berichten op Facebook lees, maar dat is niet alleen bij de KNHS zo, dat zie je ook bij de politiek en momenteel eigenlijk bij alles over corona. De hardste roepers zie je het meest voorbijkomen. Daar moeten we meer mee leren omgaan en niet bang zijn. Gewoon zeggen: “Jongens, zo hebben we het met elkaar besloten en zo zit het in elkaar.” Punt. Neem de startpas als onderwerp. “Joh, ik krijg helemaal niks voor mijn geld”, hoor je voorbij komen. Dat kan momenteel zijn, maar je bent wel lid van een vereniging en je zorgt er met het geld voor die startpas voor dat een prachtige sportinfrastructuur in de lucht wordt gehouden, waar je normaal gesproken gebruik van kunt maken. Helaas kan dat nu niet door een situatie die ook voor de KNHS niet beïnvloedbaar is. Gelukkig hebben velen daar begrip voor, maar sommigen totaal niet. Vooral op Facebook is dat soort reacties oververtegenwoordigd. Soms ook van echte toetsenbordridders, zoals ik ze noem. Daar ligt natuurlijk een taak voor onszelf. We moeten nog meer uitleggen wat we allemaal doen. Misschien denken mensen dat we hier allemaal duimen zitten te draaien omdat er geen wedstrijden zijn, maar dat is bepaald niet zo. Daarover communiceren en transparant zijn, is belangrijk, ook over hoe het financieel nu precies zit. Ik denk dat we iedereen te veel willen pleasen, maar vrees dat dat niet kan.’

Doelgroepen

Door corona zijn Gerards eerste maanden niet bepaald representatief voor zijn reguliere werkzaamheden. Wat daar wel onder valt, is het programma Vernieuwing Wedstrijdsport. Hij zegt erover: ‘Dit is een lang traject, tot en met 2024, met een piek in 2022, volgens de huidige planning. We noemen het een programma, omdat het een kapstok is waar allerlei projecten, die over meerdere jaren lopen, onder vallen.’ Het toverwoord bij de vernieuwing van de wedstrijdsport is doelgroepen, aldus Arkema. ‘We hebben nog te veel het systeem dat alles voor iedereen eigenlijk op dezelfde manier is, terwijl we alleen maar meer doelgroepen krijgen, van recreanten tot en met topsport en alles ertussenin. Deze coronacrisis benadrukt dat we voor verschillende doelgroepen andere dingen moeten doen. Neem het online proeven rijden. Daar zit vanaf het begin een groep bij die we niet als lid hadden en die nog nooit was gestart op wedstrijd. Dat zijn mensen die bijvoorbeeld geen trailer hebben of het te spannend vinden om met hun paard ergens naartoe te gaan. Tijdens de meetmomenten hebben we ontdekt dat deze aansluiten op de behoefte van mensen die op de eerste plaats beter willen leren paardrijden. Ze willen niet zozeer competitie, maar vooral die beoordeling waar ze mee aan de slag kunnen. Er is ook een groep die wel graag die competitie opzoekt, en die zit zowel in de breedtesport als in de topsport.’ Dat doelgroepgerichte geldt ook voor de wedstrijdorganisaties, vervolgt Gerard. ‘Nu behandelen we ze met min of meer dezelfde systematiek. We moeten meer kijken wat dat kleine wedstrijdje precies nodig heeft en wat dat grote evenement van de KNHS nodig heeft, en hoe we daar een doelgroepgerichter dienstenpakket voor beschikbaar kunnen stellen.’

‘Flexwedstrijden zijn heel laagdrempelig en vervullen in onze ogen een behoefte’

Pilot flexwedstrijden

De vernieuwing van de wedstrijdsport is al gaande. Op 1 april zijn, in het kader van minder regelgeving, de verliespunten afgeschaft. Een reeds overbodige regel, benadrukt de manager wedstrijdsport. ‘We willen graag meer eigen verantwoordelijkheid geven aan de ruiter, zodat die zelf meer nadenkt. Waar hoor ik thuis en moet ik misschien niet terug? Hetzelfde zien we bij flexspringwedstrijden. Daar is meer vrijheid in welke hoogte iemand springt en worden resultaten niet geregistreerd. We beginnen met pilotwedstrijden als de situatie het weer toelaat. Flex is vooral voor ruiters die meerdere springpaarden hebben, waaronder de ‘snellere’ handelspaarden. Zij kunnen mooi hun rondje rijden en dit onder auspiciën van de KNHS, dus met een jury, een toezichthouder, een goede parcoursbouwer en ook goed rekening houdend met het dierwelzijn. Als deelnemer kun je er dan van op aan dat het goed is georganiseerd. Flexwedstrijden zijn heel laagdrempelig en vervullen in onze ogen een behoefte.’

Hippische duizendpoot

Gerard Arkema (1960) is al jaren actief in de paardensport en de KNHS-organisatie. Hij vertegenwoordigde onder meer de regio Groningen in het dressuurforum en maakte deel uit van de werkgroep Hippiade en de klankbordgroep Vernieuwing Wedstrijdsport. Daarnaast was en is Arkema wedstrijdruiter, jurylid, bestuurslid van CH Westerkwartier en voorzitter van Starsale Veulenveiling. Zijn thuisbasis is Dressuurstal De Haarhof in Marum, een echt gezinsbedrijf, waar echtgenote Odilia en dochter Margot de scepter zwaaien. Thuis zit Gerard nog regelmatig te paard en op wedstrijden is hij de vaste groom van Margot, die tot en met Intermédiaire I-niveau actief is.