5 VRAGEN AAN

Theo Fledderus en Haike Blaauw

Tussen de KNHS en de FNRS bestaat een nauwe samenwerking en ook in tijden van crises trekken beide organisaties samen op. De paardensportbond wordt hard geraakt door de volledige standstill van de wedstrijdsport en de brancheorganisatie zit midden in het oog van de orkaan door alle opgelegde beperkingen voor de ruitersportcentra. We legden zowel KNHS-directeur Theo Fledderus als FNRS-directeur Haike Blaauw vijf vragen voor over de huidige coronacrisis.

Tussen de KNHS en de FNRS bestaat een nauwe samenwerking en ook in tijden van crises trekken beide organisaties samen op. De paardensportfederatie wordt hard geraakt door de volledige standstill van de wedstrijdsport en de brancheorganisatie zit midden in het oog van de orkaan door de opgelegde beperkingen voor de ruitersportcentra. We leggen KNHS-directeur Theo Fledderus en FNRS-directeur Haike Blaauw vijf vragen voor over de huidige coronacrisis.

1. Hoe ervaar je deze onwerkelijke tijd, persoonlijk en vanuit je functie?

Theo Fledderus: ‘Ik moet dan denken aan een eerdere uitspraak van premier Rutte, waarin hij aangaf dat dit de grootste crisis is die we allen ooit hebben meegemaakt. In het begin was dat besef er niet. Toen dachten we, goh er is een of andere ziekte ver weg in China. Maar als we nu kijken wat er overal aan de hand is, is dat onvoorstelbaar. Wat een gigantische impact heeft dit op de hele wereld! Kijkend naar mijn eigen situatie, mag ik de handjes dichtknijpen. Het gaat met iedereen goed, gelukkig. Wel zat mijn zoon eerder in Chili en moest hij dus nog terugkomen. Vanuit mijn functie gezien, wil ik graag ook wat relativeren. Sport heeft een mooie, belangrijke rol in de wereld, maar de grootste druk ligt momenteel niet bij ons. Wel zijn er grote uitdagingen. Als directeur van de KNHS zie ik dat we ons uiterste best doen om iedereen aangesloten te houden en te helpen. In tijden van crisis moeten we laten zien en merken dat we een bond zijn waar je op kunt bouwen. We staan onze leden en verenigingen bij waar we kunnen en geven iedereen wekelijks de benodigde updates en informatie. En misschien wel het allerbelangrijkste: we blijven ons best doen om ruimte voor de paardensport te houden en te verruimen, waarbij we ook online alternatieve aanbieden. Ons belangrijkste doel is om de paardensport in Nederland zo goed als mogelijk is door deze crisis heen te helpen.’

Theo Fledderus

Theo: ‘We laten merken een bond te zijn waar je op kunt bouwen’

Haike Blaauw

Haike Blaauw: ‘Ik ervaar de huidige situatie als heel veel andere mensen. Ik mis enorm het contact met vrienden en familie en alle sociale evenementen. Daarnaast wen je eraan om thuis te werken en een soort modus te vinden hoe je dat het beste kan doen. Voor mij is het glas over het algemeen meer dan halfvol en ik ben van mezelf uit redelijk optimistisch gestemd. Ik word niet direct somber van deze hele verdrietige situatie. Voor mij gaat het leven, zo goed en zo kwaad als het kan, gewoon door. Mijn werktijden zijn wel enorm toegenomen. Ik ben van 40 uur in de week naar het dubbele gegaan. Het is een rollercoaster waar we in zitten; het gaat van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat door. Vanaf het begin heb ik gezegd, we zijn zeven dagen per week beschikbaar voor onze achterban. Mijn 06-nummer staat op al onze publicaties en daar wordt volop gebruik van gemaakt. Het is zwaar, maar dit is wel het moment dat je als brancheorganisatie extra stappen moet zetten. Mensen kijken naar je: help me alsjeblieft! En dan geeft het een goed gevoel wanneer je kunt helpen. Daar krijg je weer energie van.’

Haike: ‘Ik zie solidariteit bij van origine best individualistische ondernemers’

2. Waar heb je je de meeste zorgen om gemaakt de afgelopen tijd?

Theo: ‘Ik maak mij zorgen over de toekomst van veel sportaanbieders, verenigingen, stichtingen en wedstrijdorganisatoren, zoals The Dutch Masters en CHIO Rotterdam, en maneges, handels- en pensionstallen. Maar ik denk ook aan de ZZP’ers, die instructeur zijn en nu geen les meer kunnen geven en de professionele stallen en ruiters die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de wedstrijdsport, het lesgeven en de handel. Daar maak ik me zorgen om. Gelukkig ontstaat er nu iets meer ruimte en kunnen we weer buiten paardrijden en lesgeven, dat biedt in ieder geval voor een aantal sportaanbieders weer toekomstperspectief. Daarnaast geeft de overheid steun. Dat zal nog wel verder moeten gaan, anders valt een groot gedeelte van de sector om.’

Haike: ‘Als je de federatie bent van de Nederlandse ruitersportcentra en deze ruitersportcentra worden op last van de overheid gesloten, dan zijn de zorgen natuurlijk heel groot. Je merkt dan dat in een sector, waar standaard hard gewerkt wordt met hele beperkte marges, reserves opraken bij een deel van de achterban. De FNRS-KNHS Coronamonitor wijst ook uit dat ruim 18% van de ondernemers verwacht dat ze het maar één tot twee maanden vol kunnen houden. Dan maak je je zorgen om deze ondernemers en om het paardenwelzijn. Want wat gebeurt er met die duizenden paarden op momenten dat er faillissementen komen?’

Theo: ‘We moeten ons voorbereiden op een economische dip. Dat wordt pittig, maar ook die gaan we overleven’

3. Hoe houdt je eigen organisatie zich staande in deze tijd?

Theo: ‘Ik kan alleen maar heel veel waardering opbrengen voor iedereen die onderdeel is van de KNHS; de medewerkers van de werkorganisatie, die alles in het werk zetten om alternatieve mogelijkheden voor onze leden aan te bieden en hen te informeren en helpen waar mogelijk, de regionale besturen van de KNHS-regio’s, die zorgen dat ook regionaal de lobby voor de paardensport sterk is, onze verenigingen die met allerlei innovatie en creativiteit ervoor zorgen dat veel paardeneigenaren hun paarden voldoende beweging kunnen geven en onze officials, die zich enthousiast inzetten voor ons online platform paardrijden.nl. Ik ben ook heel erg trots op onze leden. Zij hebben enorm veel begrip en solidariteit getoond in deze moeilijke tijd, zowel naar hun lokale vereniging of manege als naar de KNHS. Ik vind het heel bijzonder om te zien hoe iedereen samenkomt in tijden van crisis. Vanuit de werkorganisatie zijn we nog dagelijks bezig om te kijken naar wat we nog meer kunnen betekenen voor iedereen. Hoe garanderen we dat de volledige paardensport straks weer open kan? Hoe zorgen we dat iedereen weet wat hij wel en niet kan? Hoe kunnen we toch nog meer bieden waar de mensen nog wat aan hebben? En hoe creëren we ruimte voor de wedstrijdsport door aan partijen als het NOC*NSF en de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Economische Zaken te laten zien: ‘Dit kan wel bij ons’? Daar is iedereen heel druk mee. We doen dat in nauwe samenwerking met de FNRS en ook die moet ik een schouderklop geven. 90 tot 95% van onze mensen werkt vanuit huis. Dat is soms lastig, maar zo goed en zo kwaad als het gaat, vind ik de energie, saamhorigheid en betrokkenheid van iedereen heel groot.’

Haike: ‘Ik heb gewoon een fantastisch team. Ik kan niet anders zeggen. Ze zijn zeven dagen per week beschikbaar. Ik kan ze altijd bellen, ook op zaterdag en zondag. Iedere ochtend hebben we om 8.00 uur een eerste virtuele meeting. We bespreken de dag ervoor, verdelen de taken voor de dag zelf en kijken ook naar de middellange en lange termijn. Iedereen is inzetbaar en ontzettend gemotiveerd. Ik durf wel te stellen dat ze nog harder werken dan ze voor de crisis al deden. Daar ben ik wel heel trots op.’

Haike: ‘Momenteel worden op allerlei bedrijven innovatieve ideeën bedacht’

4. Wat verrast of ontroert je in positieve zin binnen alle ellende?

Theo: ‘Dat iedereen samenkomt en -werkt aan hetzelfde belang: de paardensport in Nederland in al zijn facetten zo goed mogelijk door deze crisis heen helpen. Er is veel solidariteit en we vormen één front. Dat maakt ons sterk. Wat ik ook mooi en soms ontroerend vind om te zien zijn de verhalen van onze leden en de rol van paarden in coronatijd. We hebben hier een aantal verhalen over gepubliceerd op knhs.nl. Dan zie je maar weer hoe bijzonder de band tussen mens en paard is en hoe belangrijk het is dat we dit blijven koesteren.’ Haike: ‘Dat is toch wel dat de ondernemers onze slogan ‘Samen sterk’, die hoort bij ons nieuwe logo, allemaal uitdragen en zelfs benoemen, ondanks de beroerde situatie waarin ze verkeren. Je ziet een behoorlijke solidariteit, terwijl het van origine over het algemeen best individualistische ondernemers zijn. Je merkt dat ze het blauwe FNRS-gevoel meer dan ooit hebben, tenminste zo ervaar ik het en dat ontroert me wel. Er wordt weinig gemopperd, de schouders gaan eronder en er wordt gezegd: “We komen er samen uit.”

Theo: ‘Ik vind de energie, saamhorigheid en betrokkenheid van iedereen heel groot’

5. Hoe zie je het perspectief voor de paardensport en de bedrijven verder dit jaar en daarna?

Theo Fledderus: ‘Het is lastig in de toekomst te kijken. Alles is afhankelijk van hoe het virus zich nu ontwikkeld. Komt er een tweede golf of niet? Voor veel verenigingen en wedstrijdorganisaties is de wedstrijdstop tot 1 september niet gunstig. Er zullen ook paardensportbedrijven zijn die het niet redden. Voor de KNHS gaan we dit jaar een verlies tegemoet. Dat kunnen we, zoals het er nu naar uit ziet, dragen. Hoe groot de impact echt is weten we pas over een jaar. Wel denk ik dat we nog een flinke tik gaan krijgen. Dat is de zorg voor de langere termijn. Vergelijk het met een stevige novemberstorm die door het bos raast. Dan vallen er later bomen om waar je het nooit van verwacht had. We moeten ons opnieuw gaan oriënteren op een wereld die een enorme economische dip krijgt, waarvan we nog niet weten hoe erg die wordt. Vinden veel mensen de paardensport te duur worden? Vallen er verschillende mooie bedrijven om? Daar moeten we ons op voorbereiden. Dat wordt een pittige klus, maar ook die gaan we overleven. Er kunnen ook nieuwe kansen ontstaan, nieuwe initiatieven en innovaties die goed zijn voor de paardensport. Paardensport blijft er altijd, daar ben ik van overtuigd. Dat is zo waardevol, uniek en bijzonder voor zoveel mensen.’

Haike Blaauw: ‘Er zullen in de hele keten van de paardensport klappen vallen. Dat kan helaas niet missen. Het betekent dat er bedrijven zijn, die voor de crisis al zwak stonden, deze niet zullen overleven. Van de andere kant denk ik dat, zodra er weer meer mogelijkheden zijn, en die komen er nu al, er voor de paardensport ook absoluut goede kansen zijn. Ik kan me zo voorstellen dat mensen minder snel verre reizen gaan maken en zich meer regionaal oriënteren. Ouders zoeken toch voor kinderen wat leuk is om te doen en ik denk dat paardrijden dan hoog op lijstjes zal komen te staan. Dit kan nieuwe aanwas creëren. Daarnaast zorgt deze situatie voor nieuwe initiatieven. Je ziet momenteel dat op allerlei bedrijven innovatieve ideeën bedacht worden om ruiters aan hun bedrijf te binden, zonder dat ze er daadwerkelijk rijden. Ik denk dat een deel van die ideeën straks blijft als we wel weer mogen rijden, en dat deze vervolgens verder worden uitgerold. Normaal is voor het opzetten hiervan geen tijd, nu zie je initiatieven opbloeien. Tot slot is er nog het televisiespotje dat we gemaakt hebben. Ik werd erop gewezen dat voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse paardensport er weken achtereen op landelijke televisie en radio een reclamespot te zien was over de paardensport en over de bijzondere band tussen paarden en mensen. Promotie die er zonder de crisis niet was geweest. Als je ziet hoe vaak dat bekeken wordt en hoe er op gereageerd wordt, merk je dat er zeker belangstelling voor de paardensport is.’

Haike: ‘Je merkt dat ze het blauwe FNRS-gevoel meer dan ooit hebben, tenminste zo ervaar ik het, en dat ontroert me wel’

Meer weten?

Informatie over de maatregelen van de overheid vind je hier: https://www.knhs.nl/nieuws/2020/coronavirus-en-paardensport. Na 19 mei vind je het laatste nieuws uiteraard ook op knhs.nl. Voor de ondernemers heeft de FNRS een themapagina geopend: https://www.fnrs.nl/thema/coronavirus.